Ergens aan verslaafd zijn. Aan alcohol, drugs, roken, gokken, eten, games, spanning of noem maar op. Je bent slaaf ergens van, je eigen wil is ondergeschikt. Je kunt ergens niet nee tegen zeggen, al zou je dat willen en al weet je dat nee zeggen beter voor je zou zijn. Je móet eraan toegeven. Verslaving of een gewoonte: het verschil zit er in of je kunt stoppen als jij dat wilt.
҉
Ik ben zelf in het verleden een emo-eter geweest: eten vanuit emotie. Je hebt geen trek, je hebt net een maaltijd achter de kiezen, maar de behoefte om door te eten is onbedwingbaar. Je kunt niet nee zeggen, je eet door. Het gaat veelal onbewust, zonder bezinning, zonder een afweging. Want het moet, je voelt je er goed door. Het levert op korte termijn een goed gevoel op, je eet als het ware de onrust weg. Of je vult met eten de leegte binnen in je op.
En ook als je je al goed voelt, is eten een beloning. Eten betekent voor jou ‘je goed voelen’. Die koppeling ligt er, die koppeling is door jou gemaakt in je brein.
҉
Je haalt echter dat goede gevoel búiten jezelf. Omdat je het nog niet uit jezelf kunt halen. Je zelfliefde en eigen waardering is nog niet groot genoeg. Om tot zelfliefde te komen moet je de pijn en onrust, die je met je verslaving verdooft en uit de weg gaat, aangaan en dat is niet gemakkelijk. Dat is onplezierig, het vraagt een bewuste keuze en inspanning. Het vraagt een focus op welbevinden op de langere termijn, in plaats van het instant goede gevoel. Je moet helaas door de pijn heen, die onder ogen durven zien.
҉҉
Je kunt verslaafd zijn aan iets, maar ook aan iemand. Dat je denkt dat je niet zonder de ander kan of wilt zijn. Dat je zonder de ander niets waard bent. Je hebt de ander nodig. Denk je. Ook als de relatie je ongelukkig maakt, heb je toch de ander nodig om staande te blijven. Je kunt niet nee zeggen tegen de relatie, al is het een ongezonde relatie. Je ontleent je eigenwaarde aan de ander, je voelt je goed als de ander er is en je voelt je ongelukkig als de ander er niet is. Het ‘je goed voelen’ heb je gekoppeld aan die persoon.
҉
Bij iemand blijven, terwijl het ten koste gaat van jezelf, is alleen maar mogelijk als je niet geleerd hebt om lief te zijn voor jezelf. Als je niet geleerd hebt om in de eerste plaats voor jezelf te zorgen.
Vaak heb je in je jeugd geen poten gekregen, poten om op te staan. Geen eigenwaarde, geen liefde voor jezelf, je hebt het niet geleerd. Je hebt de waardering van de ander nodig om je goed te voelen over jezelf. Je ziet jezelf nog niet staan, je hebt het nodig dat de ander jou ziet staan. Je haalt het goed voelen búiten jezelf.
҉
Eigenwaarde opbouwen kost tijd en oefening. In een relatie, waarin geen balans is tussen geven en nemen, waarin beide partners niet gelijkwaardig zijn, waarin beide niet oog hebben en respect hebben voor de ander, komt die groei gewoonweg niet tot stand.
Houden van een ander begint bij houden van jezelf. Als je dat bij het begin van een relatie al niet doet, zal je dat in een onevenwichtige relatie ook niet voldoende leren.
҉
Elke relatie, ook een onevenwichtige, leert je wel degelijk iets, brengt je iets. Een relatie die niet goed is voor jou, leert je namelijk om op te komen voor jezelf. Een relatie waarin je niet gelukkig bent, leert je ontdekken wat jou wél gelukkig maakt. Alles is goed, het werkt uiteindelijk allemaal vóór je, al kan je dat meestal achteraf pas zien.
҉
Verandering begint bij bewustzijn en het graag anders willen. Doorzien wat je doet, wat er speelt, of iets voor je werkt en wanneer dat niet zo is, hoe je het graag anders zou willen. Meestal wordt als eerste duidelijk wat je níet meer wilt.
Er is moed voor nodig om te gaan staan voor jezelf als je daar niet de benen voor hebt ‘gekweekt’.
Maar er komt een keerpunt, een omslagpunt, een grens. Er is een druppel die ervoor zorgt dat de emmer overstroomt. Op een bepaald moment is het klaar.
Houd dat vertrouwen.
Op een bepaald moment kies je voor jezelf.
҉